Crul Daniel
Crul Daniël (1928-2003)
Daniël Crul is geboren op 24 april 1928 als oudste zoon van Jules Crul (1896-1944) en Reinhilde Ramon (1902-1989). Hij werd net als zijn jongere broer Antoine een veelzijdig kunstenaar.
Na de lagere school aan de Doornhut te Sint-Kruis, volgde Daniël middelbaar onderwijs in het Sint-Leocollege aan de Potterierei. Elf jaar oud maakte hij zijn eerste schilderijen.
In 1942 volgde hij de vakopleiding decoratie, letterschilderen, hout- en marmertechnieken en patineren in de Stedelijke handels- en nijverheidsschool, gevestigd op het domein van de Brugse Academie. Hij volgde ook de avondleergangen aan de Academie, waar Lionel Poupaert zijn belangrijkste leraar was. Hij leerde tekenen naar het antiek-beeld, beelden in gips, tekenen naar het leven, schetsen en samenstelling.
In 1944 werden de klassen van de Academie en de Nijverheidsschool door de Duitsers bezet. Daniël en zijn medestudenten Huis-, decoratie- en publiciteits-schilderen konden terecht in de privéwoning van de leraar in de Venkelstraat, achter de Sint-Annakerk.
Klik op de foto's voor toelichting en vergroting
In 1944 moest Daniël Crul onderduiken bij zijn leraar van de Academie, Lionel Poupaert, in de Biezenstraat te Brugge. Daar leerde hij de knepen van het restaureren.
Zijn opleiding glazenierskunst, keramiek en mozaïek kreeg hij in de Brugse Academie onder leiding van Joost Maréchal. Van hem leerde hij de taal van glas, licht en kleur begrijpen.
Daar de Academie door de Duitsers werd bezet, mochten Daniël Crul, Omer en Georges Goens, Gaston Oorlynck en Julien Declercq praktijklessen glas en keramiek volgen in het privé-atelier van Maréchal aan de Singel, net buiten de Smedenpoort.
In 1953 werd Daniël Crul laureaat in de sierkunst met grootste onderscheiding 95%. In de gotische zaal van het stadhuis te Brugge werd hem de medaille overhandigd.
klik op foto voor toelichting
Daniël Crul huwde met Cecile De Meester. Zij hadden vier kinderen.
Zoon Leo, °1954, erfde dezelfde genen. De passie voor kunstambachten bepaalde zijn hele carrière als glazenier-kunstschilder en docent glazenierskunst bij Syntra-West te Brugge.
In 1949 was Daniël werkzaam als grafisch tekenaar bij de Clicherie Brugeoise in de Cordoeaniersstraat. Ook na zijn legerdienst die duurde van november 1949 tot juni 1951.
klik op foto voor toelichting
In 1955 startte Daniël Crul, aan de Potterierei 27 te Brugge, een tijdelijk zelfstandig atelier.
Zijn eerste grote opdracht kreeg hij in 1957 voor het hoge glasraam (5x3 m) in de hal van het gerechtsgebouw te Kortrijk. Dat jaar werd hij bekroond in de West-Vlaamse Provinciale Wedstrijd voor Kunstglaswerk.
In 1957 werd hij medewerker bij zijn oude leermeester glazenier-keramist Joost Maréchal te Eeklo, tot 1959, onder meer voor de productie van ramen voor de wereldtentoonstelling van Brussel 1958 en de Sint-Margarethakerk te Knokke.
In 1959 werd Daniël Crul siertekenaar, decorateur en handelsvertegenwoordiger bij de bouwfirma Achilles van der Cruysse aan de Houtkaai, Christus Koning te Brugge, tot 1967.
Wegens de crisis in de bouwsector werd hij ontslagen.
Dat gaf de aanzet tot zijn carrière als zelfstandig restaurateur, glazenier en keramist in hoofdberoep.
Zijn veelzijdig talent bracht ook eigen schilderijen en keramiek voort.
" Klik op de foto's voor toelichting "
Zo vader zo zoon
Schets , ontwerp, schilderij, glasraam, glassculptuur of houtassemblage, … de afwerking moet onberispelijk zijn
Leo Crul
De restauratie van kunstwerken, retabels en polychroombeelden vormde voor Daniël Crul de
hoofdmoot. Werken van oude meesters, o.a. Jacob van Oost de Oudere (St.-Elooi als
edelsmid voor de kerk van Beauvoorde e.a.), Albert Servaes (in 1979 de Gekruisigde
Christus), Antoon Van Dyck (portret van een adellijke dame), Quinten Metsys, Pieter
Brueghel, Pieter Pourbus, Antoon Claeissens, Pieter Coucke, Niklaas de Liemaeckere, Rogier
Van der Weyden, Valerius De Saedeleer, Frans Hals, Valentin Henneman, Hans Holbein,
Erasmus Quellinus, Cornelis Schut, Albert Servaes, Hugo Van der Goes…
Zo heeft Daniël Crul een merkwaardige bijdrage geleverd om ons kunstpatrimonium in zijn
vroegere glans te herstellen.
De restauratie van twaalf taferelen uit het boek Genesis (elk 4,50 x 4,50 m), voor de Heilige Kerstkerk (Sint-Salvator) in Gent, beschouwt Daniël Crul als zijn levenswerk. De taferelen werden in 1630-1640 geschilderd door, of toegeschreven aan, Antoon Van Dyck, Niklaas de Liemaeckere, bijgenaamd
De Roos en Erasmus Quellinus, in opdracht van de aartshertogen Albrecht en Isabella. Het ging hier om een heel omvangrijke restauratie, die drie jaar in beslag nam (1977-1980). Daniël Crul schakelde een equipe in van ingenieurs, leerlingen kunstonderwijs, chemici en conservators van musea.Een garage te Sint-Kruis vormde hij om tot atelier. Met het geduld van een monnik werden de werken onderzocht, behandeld en als nieuw in de kerk opgehangen. Een nachtelijk konvooi van speciaal ontworpen vrachtwagens reed met de gerestaureerde schilderijen naar Gent. (Filip Van Belle, 1983)
In 1982 trouwde Daniël Crul met Liliane Degueldre uit Hasselt, die hem met raad en daad bijstond.
Daniël was ook heel actief in het verenigingsleven.
Hij was jarenlang voorzitter van de Koninklijke Fanfare Sint-Cecilia van Ruddervoorde, waar hij de laatste 25 jaar woonde. Hij maakte het ontwerp van
hun vlag en affiches voor hun activiteiten.
Hij heeft ook enkele trommels gedecoreerd, en de nieuwe kostuums ontworpen.
Hij was eveneens een geacht confrater van de Brugse Vrije Camere vander Rethorycken der Weerde Drie Santinnen.
Daniël Crul werd ook een gerenommeerd heraldicus. Hij volgde cursussen heraldiek aan hetCollege of Arts in Londen. Hij werd er 'Member of the Heraldry Society London' en lid van Heraldry Today. Hij ging regelmatig naar Londen om er zich te vervolmaken.
Van 1972 tot 1978 was hij leraar heraldiek, heraldische symboliek en iconografie aan de Brugse Academie.
Enkele jaren voor zijn overlijden in 2003, werd Daniël Crul in het stadhuis van Brugge tot ridder van het Broederschap “het Gulden Vlies” geslagen. De maatschappelijke zetel van dit internationaal genootschap is nog steeds in Brugge.
(Niet te verwarren met de adellijke “Orde van het Gulden Vlies”)
Voor hun embleem haalde het Broederschap “het Gulden Vlies” haar inspiratie bij de Franse “l’Ordre des Trois Toisons D’or” 1809-1813
Daniël Crul overleed in 2003, op 75-jarige leeftijd, na een rijkgevuld leven en een
drukke artistieke carrière.
Hij was een veelzijdig kunstenaar: restaurateur, glazenier, keramist, schilder, tekenaar, ontwerper van glasramen, ex-librissen, gebruiksgrafiek, vlaggen, zegelringen, obiits . ..
Als leraar aan de Academie te Brugge kon hij zijn passie voor heraldiek doorgeven in de lessen heraldische-symboliek. Zijn broer Antoine en zoon Leo volgden in zijn spoor.
Bron: R. De Laere: interview van Daniël Crul, 2000
Leo Crul: foto’s en familieverhalen Copyricht